Bescherming tegen overstroming vanuit de rivier

37aantal door de Vogelrichtlijn beschermde soorten in Vlaanderen

Bescherming tegen overstroming vanuit de rivier gebeurt door het tijdelijk stockeren van water in gebieden die overstroming beter tolereren. De overstroming in gevoelige gebieden, zoals woongebied en industrie, blijft dan beperkt.

In de loop van de geschiedenis werden er veel veranderingen aan het landschap aangebracht. Er werden grachten gegraven. Rivieren werden rechtgetrokken en gekanaliseerd. Bodems werden bedekt met beton. Het gevolg is dat water steeds sneller wordt afgevoerd naar lager gelegen gebieden. Daar vergroot dan de kans op overstroming, zeker bij hevige neerslag zoals de laatste jaren duidelijk bleek. Het herstel van de capaciteit om water tijdelijk op te slaan in de hoger gelegen gebieden zal het risico op overstroming stroomafwaarts verminderen.

Het geplande herstel van de typische vegetaties van riviervalleien draagt bij tot de bescherming tegen overstroming. Maar om een optimale bescherming te bekomen moeten er in het hele waterbekken maatregelen worden genomen. Zeker omdat kunstmatige piekdebieten en een slechte waterkwaliteit de ontwikkeling en herstel van die valleivegetaties tegenwerken. Ook buiten de rivier moeten er kleine landschapselementen bestaan, zodat het water geleidelijk aan in de rivier sijpelt, zonder al te veel andere elementen mee te nemen. Zo kan de vegetatie in de rivier zich rustig herstellen. Bovendien zijn veel droog getrokken zones juist de oorspronkelijke infiltratiezones, de zones waar het water in de grond dringt. De versnelde afvoer door de drainage verhindert de infiltratie en de wateropslag. Het herstel van de meeste leefgebieden zal hiertoe bijdragen.

Overstroomde IJzerbroeken

(c) Paul Vandamme