U bent hier
Wat houdt de PAS in?
De aanpak die Vlaanderen heeft uitgewerkt, bestaat uit twee componenten:
Brongerichte maatregelen
Deze maatregelen moeten de uitstoot van stikstof beperken. Ze zijn op maat van heel Vlaanderen (sectoraal) of op maat van een gebied. Gebiedsspecifieke maatregelen vertrekken vanuit een gebiedsanalyse waarbij wordt nagegaan welke bronnen van stikstof aanwezig zijn, welke bijkomende reductie nodig is en welk reductiepotentieel er is.
Getroffen landbouwbedrijven kunnen beroep doen op flankerend beleid. Dat werd uitgewerkt ter ondersteuning van de bedrijven die zich dienen te heroriënteren, te verplaatsen of die wensen te stoppen. De acties die ondernomen worden inzake brongerichte maatregelen worden opgenomen in de Managementplannen.
Effectgerichte maatregelen
Deze maatregelen willen de gevolgen van het afzetten van stikstof in kwetsbare gebieden verzachten. De achteruitgang van habitats wordt tegengaan in afwachting van het terugdringen van de deposities. Er zijn twee grote groepen effectgerichte maatregelen:
- gericht op individuele percelen, opgenomen in een beheerplan
- gericht op een landschap in zijn geheel, zoals hydrologisch herstel
Ook de effectgerichte maatregelen worden in beeld gebracht via een gebiedsanalyse. De acties die hieruit voortvloeien worden opgenomen in de Managementplannen.
Een modelmatige aanpak
De combinatie van brongerichte en effectgerichte maatregelen bepaalt de speelruimte waarbinnen nog vergunningen kunnen worden verstrekt. Vlaanderen heeft een model (koppeling VLOPS-IFDM) ontwikkeld dat de achtergrondconcentraties aan stikstof en de individuele vergunningsaanvraag combineert om het stikstofeffect van de lokale bron in kaart te brengen. Dit gebeurt op basis van een online tool.
Natuur en Bos maakt gebruik van noodzakelijke cookies om jouw surfervaring op onze website te optimaliseren. Om je gebruikerservaring op onze website te optimaliseren maken we ook gebruik van bjikomende cookies. Lees onze privacyverklaring en ontdek ons cookiebeleid