Rivierprik (Lampetra fluviatilis)

De Rivierprik behoort tot de ‘rondbekken’, een groep van primitieve vissen zonder kaken. Het lichaam is slangvormig, met een gladde huid, zonder schubben en de vinnen zijn niet ondersteund door vinstralen. Rivierprikken worden 7 jaar oud en leven eerst 3 tot 6 jaar als larve vooraleer te metamorfoseren tot volwassen dier. De larve is zilverachtig van kleur en heeft 7 paar kieuwopeningen. Het oog van de larve is rudimentair en wordt slechts functioneel na de metamorfose. Adulte Rivierprikken hebben een zuigmond voorzien van hoornige tanden. Ze zijn bruinachtig en de kieuwkorf heeft 7 paar ronde kieuwopeningen. De larven zijn zeer moeilijk te onderscheiden van die van de nauw verwante Beekprik (eveneens een bijlage 2-soort). Omdat het larvaal stadium bij Rivierprikken minder lang duurt, worden de larven minder groot. Larven die groter zijn dan 15 cm zijn quasi zeker Beekprikken. Adulte Rivierprikken worden met een gemiddelde lengte van 32 cm (max. 45 cm) dan weer aanzienlijk groter en hebben een rugvin die uit twee delen bestaat.

Hieronder vind je de Gewestelijke Instandhoudingsdoelstellingen (G-IHD) voor deze soort. Ze geven aan wat in Vlaanderen nodig is om een veilige toekomst te creëren voor deze soort.
Areaal
Evolutie
+
Toelichting

Uitbreiding van het huidige areaal door het overbrugbaar maken van de migratieknelpunten

Populatie
Evolutie
+
Toelichting

Tot stand brengen van een duurzame populatie

Kwaliteit
Evolutie
+
Toelichting

Oplossen van ongunstige waterkwaliteit, versnippering, tekort aan kwaliteit van het leefgebied. Geen extra oppervlakte leefgebied nodig naast de vooropgestelde extra oppervlaktes Europees te beschermen habitats en leefgebied van andere Europees te beschermen soorten en de algemene kwaliteitsverbetering ten gevolge van het huidige milieubeleid.

Meer info op Ecopedia.be

Gerelateerde gebieden