Zwartkopmeeuw (Larus melanocephalus)

De Zwartkopmeeuw, die sterk lijkt op de iets kleinere Kokmeeuw, is een kleine, bijna volledig witte meeuw met een grote, zwarte kopkap en witte oogring. De snavel en poten zijn bloedrood. Jonge vogels hebben een zwarte tekening op vleugels en staart, zwarte poten en snavel. Pas na drie jaar hebben zij het volledig volwassen kleed. ’s Winters hebben zowel jonge als adulte vogels een zwarte veeg door het oog, het zogenaamde ‘boevenmasker’. De roep is een kenmerkend, nasaal ‘jiauw’.

Hieronder vind je de Gewestelijke Instandhoudingsdoelstellingen (G-IHD) voor deze soort. Ze geven aan wat in Vlaanderen nodig is om een veilige toekomst te creëren voor deze soort.
Areaal
Evolutie
=
Toelichting

Behoud van het huidige areaal van 450 km²

Populatie
Evolutie
=(-)
Toelichting

Behoud van een gemiddelde populatie van 1.100 broedparen. Een tijdelijke, zelfs forse afname als gevolg van verplaatsingen binnen de Nederlands-Belgische metapopulatie is aanvaardbaar.

Kwaliteit
Evolutie
+
Toelichting

Oplossen van tekort aan kwaliteit van het leefgebied. Geen extra oppervlakte leefgebied nodig naast de vooropgestelde extra oppervlaktes Europees te beschermen habitats en leefgebied van andere Europees te beschermen soorten en de algemene kwaliteitsverbetering ten gevolge van het huidige milieubeleid.

Meer info op Ecopedia.be

Gerelateerde gebieden